A – Decemberexamen

Verloop van het examen:

  • Het schrijven van je twee teksten.
    • Je bereidt twee vragen voor (zie hieronder het document met examenvragen van december). Elke vraag bereid je voor met telkens een andere medeleerling van de klas. Lukt het niet om twee medeleerlingen te vinden om mee samen te werken, spreek dan de leerkracht aan voor een oplossing.
    • Voor elke vraag schrijf je ongeveer één A4. Je gebruikt hiervoor het sjabloon voor je december-examen (zie hieronder). Gebruik niet het groepssjabloon dat we gebruiken voor de dagelijkse werken-taken tijdens het jaar!
    • Op dit examensjabloon kan je bovenaan enkel je eigen naam invullen. Dus moet de eindversie tweemaal bewaard worden: eentje voor jou met jouw naam en klasgegevens én eentje voor je medeleerling met zijn/haar naam en klasgegevens.  [De naam van de medeleerling met wie je samenwerkte, vul je in onder het kader in het hoofding.] 
    • Zorg voor een heldere opmaak van de tekst (alinea’s, opsommingstekens, kopjes … Zorg dus voor een visueel duidelijke structuur in je tekst). Beide leerlingen moeten ongeveer eenzelfde tekstversie hebben. Onderlinge afwijkingen kan je met balpen in de marge toevoegen.
    • Nadat de tekst definitief is, mag elke leerling zijn/haar tekst bewerken met kleuren, pijltjes… Dit kan je doen tijdens de 15 minuten voorbereidingstijd (of thuis). 
 
  • Voorbereidingstijd
    • Elke leerling krijgt 15 minuten voorbereidingstijd, waarna in een 15-tal minuten het mondeling examen wordt afgelegd.
    • Het uur om aan je voorbereidingstijd te beginnen is het opgegeven uur dat in de klas vastgelegd werd. De eerste twee leerlingen op die lijst komen op het beginuur aan de klasdeur, de andere leerlingen zijn 15 minuten vroeger dan op de lijst staat aanwezig aan het examenlokaal. Je komt spontaan binnen in de examenklas als de leerling die twee plaatsen hoger op de lijst staat naar buiten komt. Zorg dus dat je tijdig in de gang zit te wachten. Je hoeft niet aan te kloppen. Twijfel je, dan mag je aankloppen aan de deur en kort nagaan of je al mag binnenkomen.
    • Nadat je het lokaal binnenkomt, ga je zitten op een plaats ver van de tafel waar de leerkracht zit. Je zet je in stilte neer en begint te ‘werken’ (lezen, aantekeningen maken …).
    • Je spreekt de andere leerling in de klas niet aan.
    • Belangrijke tip voor wie veel examenstress heeft: 
      • Als je merkt dat het examen van de medeleerling voor jou stilaan afloopt (bv. bij begin van de woordenlijst) adem dan verschillende keren rustig maar diep en lang in en uit.
 
  • Wat breng je mee naar het examenlokaal?
    • Je brengt vier documenten mee:
      1. Je antwoord op de gekozen eerste modelvraag
      2. Je antwoord op de gekozen tweede modelvraag
      3. Je woordenlijst
      4. Je synopsis
    • Zorg dat je schrijfgerei met fluostift bij je hebt. Ook als je je mondeling examen aflegt bij de leerkracht. (Je laat dan niets van je gerei achter op de bank waar je je 15 minuten voorbereidde.)
 
  • Na het examen
    • De niet aangeduide voorbereide tekst neem je terug mee naar huis.
    • Je spreekt de andere leerling in de klas niet aan (je hoeft hem of haar geen succes te wensen – doe je dat toch dan kan je daarop vermanend aangesproken worden).

DEEL 1 van het examen 

± 8-10 minuten [28 punten: 20 op inhoud – 8 op presentatie en schrijfkwaliteit]

  • De leerkracht geeft teken dat je bij hem mag komen.
  • Je legt rechtstaand je twee voorbereide examenteksten in de brievenbakjes bij de leerkracht: eentje in het bakje ‘EVEN’ en eentje in het bakje ‘ONEVEN’. Daarna mag je dobbelen: is het een even getal dan is de tekst in het bakje ‘EVEN’ je examenvraag, bij ‘oneven’ is het de andere vraag.
  • Je geeft de niet-gedobbelde vraag aan de leerkracht die het antwoord ter controle even nakijkt.
  • De leerkracht zal zeggen: ‘Ga zitten’. Pas dan zet je je neer!
  • Je neemt de vraag die je gedobbeld hebt.
  • De leerkracht geeft je een teken dat je met jouw antwoord op de getrokken (gedobbelde) vraag mag beginnen.
    • Je noemt de vraag (zeg erbij: vraag 1, of vraag 2, of vraag 3, of vraag 4, of vraag 5, enz.).
    • Je zegt met wie je het antwoord op de vraag hebt samengewerkt.
    • Je geeft je antwoord. Je mag op je blad kijken, maar je mag niet aflezen. (Je voorbereide tekst mag met fluostift en pijltjes bewerkt zijn. Doen dus!)
    • TIPS:
      • Zorg ervoor dat je fris op het examen verschijnt (en met gepoetste tanden).
      • Zit rechtop, met de handen boven de tafel.
      • Breng je balpen mee aan de tafel bij de leerkracht, maar knipper niet met je balpen …
    • Zorg altijd voor een goede inleiding en een heldere, samenvattende slotzin:
      • INLEIDING: motiveer jullie keuze van die vraag, schets kort de aanpak, …
      • SLOTZIN: Zeg niet “Dat is het”. Maar vat in één zin samen waarover je antwoord ging, beginnend met “Tenslotte …” of “Om af te ronden…” of “Om te eindigen … ” of “Ik kan besluiten met …”.

    • De leerkracht kan nog kort vragen om iets uit je antwoord toe te lichten.

DEEL 2 van het examen

± 4-5 minuten [12 punten: 6 op woordenlijst en 6 op conclusieblad]

  • Er rest nog even tijd waardoor de leerkracht naar je woordenlijst en je conclusieblad kan kijken.
  • Je geeft je woordenlijst af als de leerkracht ernaar vraagt.
    • Hij kan een woord uit je woordenlijst geven dat je moet uitleggen of met een eigen voorbeeld moet illustreren.
    • Er wordt streng gecontroleerd op taalfouten!
  • Je geeft je synopsisblad af als de leerkracht ernaar vraagt.
    • Hij kan een toelichting vragen bij je synopsis (conclusieblad) of vragen naar een conclusie die hij niet aantreft op je conclusieblad.
    • Ook hier wordt streng gecontroleerd op taalfouten!
  • Als de leerkracht teken geeft dat het examen beëindigd is, neem je het niet gebruikte voorbereidingsblad mee naar huis.
  1. Hier vind je het document met de examenvragen van december.
  2. Hier vind je het sjabloon voor de antwoordteksten van je december-examen van LEVENSVERKENNING. Vul alle gegevens goed in a.u.b.
  3. Hier vind je het sjabloon voor je woordenlijst.
  4. Hier vind je het sjabloon voor je synopsis (conclusieblad).
* voorbeeld van beoordelingsblad van de leerkracht: procesverbaal > kijk goed naar de items die door de leerkracht gebruikt worden om je examen te evalueren