LEXICOLOGIE

 

Klik op het woord of lemma dat je nader wil leren kennen.

Op wikipedia lezen we: Gnosis (γνῶσις) is het Oudgriekse woord voor ‘kennis’. (…) Gnosis is het verwerven van het inzicht in de oorsprong, huidige situatie en de bestemming van de mens. Die religies hadden verschillende wegen om tot dat inzicht te komen en ook binnen die religies waren er verschillende opvattingen. Het centrale thema was echter, dat de mens afkomstig is uit een goddelijke wereld en in zijn aardse situatie een goddelijke kern in zich heeft die afkomstig is uit die wereld. Die kern is verstrikt geraakt in de materie of in het kwaad in de stoffelijke wereld. Demonische krachten, soms ook geïnterpreteerd als hartstochten of het noodlot, trachten die kern gevangen te houden in zijn lichamelijk omhulsel. Wie de werkelijke situatie kent en dus ook weet heeft van zijn goddelijke kern en van de mogelijkheid tot terugkeer naar de goddelijke wereld heeft gnosis.’

— – – – —

Wij geven hier een andere interpretatie, afwijkend van de klassieke uitleg die men overal aantreft.

Gnosis als kennis is geheime kennis. Gnosis behoort tot de mentale werkelijkheid waarbij we met concepten een innerlijke beleving proberen te verwoorden. Mensen (alle mensen) worden zowel in hun dagelijks leven en/of op momenten dat ze zich terugtrekken uit de dagelijkse levensdrukte gegrepen door de werkelijkheid waarin ze op dat moment bevinden. Ze worden geraakt, bewogen, ondergaan volledig de sfeer van het moment. In het dagelijkse leven kan dat door het beleven van kicks, van natuurfenomenen, van grenservaringen die met LiefdeLeven en Lijden te maken hebben.  Zich terugtrekken uit het dagelijkse leven vaak door ‘stilte’ opte zoeken, niet zozeer als het uitblijven van lawaai, maar door volledig present te zijn in het hier en nu-moment.  Dit kan bv. door te mediteren, door muziek te beluisteren, door ‘schoonheid’ tot zich te laten doordringen … . Dat je dan in een stemming komt, veroorzaak je niet zelf, maar is een passief ondergaan. Van wat …? Van het Mysterie van het bestaan.

Deze innerlijke beleving geeft een gevoel van opgenomen te zijn in het geheel van de Werkelijkheid. Dit opgenomen zijn kan eventjes, maar ook langer, duren. Het is moeilijk om er achteraf nauwkeurig over te spreken, terwijl de beleving toch in detail (voor altijd) in jezelf zit. Toch willen we erover spreken, erover getuigen, erover gevoelstaal uiten … Die taal over de innerlijke beleving noemen we gnosis, kennis.

Waarom is die kennis dan ‘geheim’? Om dit uit te leggen volgen we een inzicht van Ulrich Libbrecht door het woord ‘geheim’ ook als ‘ge-heim’ te schrijven. Een taaltruc die enkel in het Nederlands uitgewerkt kan worden. 

  1. Geheime kennis: Als iemand zijn innerlijke beleving (soms stamelend) vertolkt, zijn er mensen die dat verhaal niet begrijpen. Zij hebben het zelf niet meegemaakt, of niets dat analoog is als het verhaal dat verteld wordt. Voor hen is het ‘duister’, ‘onbegrijpelijk’, zoals elk geheim. Zij halen vaak onwetend de schouders op.
  2. Ge-heime kennis: Hier herkennen we nu het woord ‘heim’, zoals in heimat, heimwee, of in heem, heemkundig … wat we ook in het Engels in ‘home’ (thuis) herkennen. ‘Ge-heim’ betekent dat degene die een analoge innerlijke beleving heeft gehad woont in de beleving, erin ’thuis’ is. Anderen die een analoge beleving gehad hebben, ‘wonen’ ook in die beleving en herkennen in zichzelf in het verhaal. Zij gaan vanuit hun eigen beleving mee-resoneren en worden vaak gevoelsmatig geladen. Denk bv. aan zelfhulpgroepen, waarin het verhaal van een nieuw lid heel wat emoties kan doen ontstaan bij de andere groepsleden …

Gnosis, geheime kennis, heeft dus tegelijkertijd de twee betekenissen, afhankelijk of de toehoorder vertrouwd is met een analoge levenssituatie en door de woorden van de ‘getuige’ in de ‘stemming’ van weleer komt.

De koan: Een koan is een spirituele vraag waar een paradox in zit. En die vraag kan niet beantwoord worden met het rationele denken, door een denken in begrippen en in concepten.

Een koan is een schijnbaar mentaal raadsel, gebruikt in oosterse kloosters (Boeddhisme), waarop je niet rationeel mag antwoorden, maar enkel met een beleving kan laten aanvoelen wat de koan in jou oproept.

Een koan kan ook een kernachtig verhaal zijn,  of een bewering, waarmee men geen logische redenering wil accentueren. Een koan is een logisch paradoxaal vraagstuk voor de toehoorder waardoor de denkpatronen doorbroken worden.

Enkele voorbeelden:

  1. ‘Breng iets om het water op te vangen’, vroeg de zenmeester aan twee van zijn leerlingen toen zijn dak lekte. De een bracht een kuip en de ander een gevlochten mand. De eerste leerling kreeg een standje en de tweede een compliment.
  2. ‘Laat het gezicht zien dat je had voordat je ouders geboren waren’.
  3. ‘Als alles wat jij doet niet werkt, wat ga je dan doen?’
  4. Leonard Cohen zong: ‘There is a crack in everything. That’s how the light gets in’.

Een mantra is een talige formule, een al dan niet betekenisloos woord, een zin, die repetitief gezegd of gedacht wordt, soms op het ritme van de ademhaling. Door de aandacht te focussen op de ademhaling en of de mantra kunnen mensen een houding aannemen waarbij ze zich niet focussen op ‘gedachten’, op ‘gevoelens’, op zintuiglijke indrukken.  

Een mantra is een van de hulpmiddelen bij het mediteren.

— – – – —

Mantra

Mediteren brengt je tot rust – alhoewel, dat is wat mediteren misschien zou moeten doen. Want soms, juist als je stil op kussen zit, krijg je maar geen stilte in je hoofd. Hier hadden de yogi’s duizenden jaren geleden ook al last van. Het geheim uit de yogafilosofie om je geest rustig te krijgen: mantra’s.

Wat is een mantra?

Een mantra is een woord of zin dat steeds wordt herhaald tijdens een meditatie of gebed. Het woord mantra komt het Sanskriet en het betekent letterlijk het bevrijden van het denken. Doordat je je aandacht richt op een woord of zin, geef je je denken een klusje tijdens het mediteren. Hierdoor dwaal je minder snel af.

Waarom mantra’s?

Het echte geheim zit ‘m in de klank. Alles is energie; alle materie is opgebouwd uit energie. En die energie beweegt altijd in trillingen. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat je hele lichaam trilt. Soms is dit ook fysiek voelbaar, bijvoorbeeld als je naast een geluidsinstallatie staat bij een concert. Je kunt dan het geluid in je lichaam voelen. De trilling van het geluid brengt de trilling van je lichaam in beweging.  

Ook de klanken van een mantra zijn dus opgebouwd uit trillingen. Om een mantra te laten werken hoef je hem overigens niet hardop te zeggen. Als je mediteert met een mantra herhaal je deze in stilte in jezelf. Iets hoeft namelijk niet per se geluid te maken om te trillen; denk maar aan licht. Mantra’s zijn zo samengesteld dat ze een heel zuiver trillingsniveau hebben.

Self-paced

Oefenen met een mantra brengt enerzijds rust; anderzijds kan het ook veel beweging brengen in je systeem. Voor werken met een mantra geldt een gouden regel: self-paced learning. Dit betekent: doe niet te weinig, maar ook niet te veel. Als je ineens fanatiek met mantra’s gaat werken, wordt er zo veel oude rommel in je systeem losgemaakt dat het je lichaam niet lukt die te verwerken. Bouw het daarom rustig op.

Sommige mensen worden heel helder en wakker van het reciteren van een mantra. Werk daarom liefst met je mantra vóór het ontbijt en aan het einde van je werkdag, en niet vlak voor het slapengaan.

— – – – – – —

BRON: https://www.yogaonline.nl/stijl/mantra/, geraadpleegd op 21/05/2023

Mystiek is een verschijnsel dat in alle culturen voorkomt, en zich op allerlei wijzen gemanifesteerd heeft in de geschiedenis. We komen het tegen in de filosofie van Plato, in de kloosters van het zen-boeddhisme, bij de yogi’s in India, bij de islamitische soefi’s, bij de indianen in Noord-Amerika, in Europa bij christenen en zelfs bij ongelovigen … Het is een veelkleurig verschijnsel.

Als je teksten van mystici leest, geven ze een indruk van datgene wat een ervaring tot een mystieke beleving maakt. Hoewel deze belevingen onderling grote verschillen hebben, vertonen zij toch ook sterke overeenkomsten. Zoals:

  1. Het is een beleving die betrekking heeft op de totale werkelijkheid. Men ervaart dat alles in een onderling, zinvol verband staat.
  2. Men beleeft dit verband als een heilzaam, reddend, zingevend verband. Men is er zelf in opgenomen, en dat geeft een grote vreugde, een diepe vrede, een gevoel van zinvolheid.
  3. Deze beleving heeft het kenmerk van een ‘openbaring’. Het is een ‘disclosure-ervaring’, dat wil zeggen: een beleving die toegang geeft tot een nooit eerder gezien perspectief; men heeft het gevoel alsof de ‘schellen van de ogen’ zijn gevallen, alsof men inzicht heeft gekregen in een verborgen waarheid.
  4. Deze waarheid heeft men niet op rationele wijze verkregen. Men ziet het, intuïtief, eensklaps, in een heel directe beleving.
  5. Deze beleving gaat gepaard aan een liefdevolle overgave, een versmelting van het eigen ik met de als totaliteit ervaren werkelijkheid. Het is kennen door middel van liefdevolle eenwording.

In de mystieke beleving verliest de persoon zijn grenzen, die hem afschermen van de rest van de werkelijkheid. Hij/zij voelt zich opgenomen in een groter, zinvol geheel, in de kern van de werkelijkheid. 

Daarom kan ik instemmen met Evelyn Underhill, wanneer zij mystiek definieert als ‘de kunst van het eenworden met de werkelijkheid‘. (…)

Het is alsof wij de werkelijkheid niet meer waarnemen vanuit ons eigenbelang, maar vanuit de eigen innerlijke waarde van de werkelijkheid zelf. En het is dan ook alsof wijzelf, die kort tevoren nog zo bezig waren onszelf te handhaven, nu uitvloeien naar de ander toe, eenworden met de werkelijkheid met wie wij ons ineens zo innerlijk verwant voelen. 

Wie kent zulke momenten niet? Het zijn, hoe rudimentair ook, mystieke belevingen. 

Bij de meesten van ons blijven dergelijke belevingen incidenten. Wij gaan op in ons dagelijks leven, met zijn eisen en verplichtingen, en dat gaat in een dergelijk tempo, dat de tijd voor bezinning vaak ontbreekt. Er zijn echter mensen die er niet tevreden mee zijn, zo nu en dan een glimp van de ‘eenwording’ op te vangen. Zij beoefenen de kunst van het eenworden met deze werkelijkheid. Zij zijn de mystici. (…)

Wat beleeft de mysticus nu eigenlijk? De Werkelijkheid. Ja, maar welke werkelijkheid? De kern, de binnenkant, de diepte van de werkelijkheid. Wat is dat? Is dat de schoonheid, goedheid en waarheid? Is dat Tao? Yin en Yang? God? Jezus? Krishna … Of zijn dit allemaal woorden vanuit een culturele achtergrond, woorden die weinig zeggen omdat de beleving in wezen onbenoembaar is en overal en altijd identiek is? (…)

Mystiek is niet zwelgen in de schoonheid van de natuur. Mystiek is niet narcistisch je zelf vergoddelijken. Mystiek is ten diepste aangeraakt worden door een Ander/door het Andere, en er naartoe getrokken worden, er een mee worden en dan alle greep loslaten … Als een druppel zichzelf laten opnemen in de oceaan, herboren en toch niet herboren worden – ’twee-ene gescheiden ongescheidenheid’ … vroeger in de christelijke mystiek ‘het schouwen van God‘ genoemd. (…)

Het is zeker waar, dat mystici zich soms terugtrokken uit de wereld, om een leven van meditatie te leiden. Het is ook zo, dat er onder de mystici zijn geweest, die een overdreven verachting voor het aardse bestaan hadden, en een overspanning verwachting van de gevoelsmatige kanten van het ‘geestelijk leven’.

Maar vaak was dit slechts een voorbijgaande fase, een noodzakelijke concentratie op het innerlijk, op de meditatie, op de eigen gevoelswereld, om daardoor toe te groeien naar een meer uitgebalanceerd bestaan van actie en contemplatie ineen.

– – – – – – –

BRON: naar: Bras K.E., Muziek van zuiver zwijgen. Een overzicht van de christelijke mystiek. Uitgeversmaatschappij Kok – Kampen. Blz 11-20.

Etymologie van het woord: (uit het Grieks) muo, sluiten van de ogen of van de mond, zwijgen / mystikos: geheimzinning.

— – – – —

We geven hier enkele omschrijvingen.

  • Mystiek gaat over eenheidsbelevingen waarbij het onderscheid tussen subject (ik) en de wereld van de fenomenen en objecten (datgene wat je aangrijpt) tijdelijk opgeheven wordt.
  • Mystiek is het geraakt zijn door ‘iets’ dat ons als mens overstijgt, waar je door (aan)gegrepen wordt en je ‘ikheid’ als het ware verdwijnt. Het normale besef van een afzonderlijk ‘ik’ of ego te zijn (druppel) verandert in een gestemd worden waardoor een gevoel/besef ontstaat van opgenomen te zijn in het geheel van de Werkelijkheid (oceaan).
  • Mystiek duidt een aantal uiteenlopende verschijnselen aan op spiritueel gebied waarbij een mens een uitzonderlijke (mysterieuze? onverklaarbare?) beleving meemaakt en waarbij hij/zij het gevoel heeft opgenomen te zijn in een hem/haar overstijgend gebeuren, in een groter geheel en waarbij een besef van tijd en ruimte deels vervaagt. Dit kan zich op allerlei manieren manifesteren: bv. in een natuurbeleving, bij het beluisteren van muziek, in de aanwezigheid van bijzondere mensen ….
  • Voor christelijke mystici wordt dit vaak een ‘godservaring‘ genoemd.
  • Het is een onmiddellijk aanvoelen, een opgaan in … waarbij het ‘ik’ en het ‘rationele denken’ op de achtergrond staat. Deze (streving naar) eenwording komt in alle religies voor, maar ook daarbuiten. Ze resulteert vaan in een veranderd realiteitsbewustzijn, wat ook ‘verlichting’ genoemd kan worden.
  • Een mysticus is iemand die bijzonder gevoelig en ontvankelijk is voor dit opgaan in … .
  • De mystieke beleving kan niet actief opgewekt worden. Zij overkomt de mens in een passief ontvangen.

– – – – – – –

Lees meer: http://www.sporenvangod.nl/mystiek.html –  http://www.spiritualiteit.net/geschiedenismystici.htmhttp://www.mystiek.nethttps://mystiekeschool.nl/mystiek/het-verschil-tussen-spiritualiteit-en-mystiek/

Enkel in de mentale of bedachte werkelijkheid, waarbij we uitsluitend concepten gebruiken, kunnen we op twee manieren toetsen. Hierbij volgen we het falsificatiecriterium van Popper (zie elders op deze pagina ‘wat wetenschap is’).

    1. Empirisch (proefondervindelijk) of experimenteel toetsen. Deze toetsing gebeurt voornamelijk in de positieve wetenschappen die streven naar exactheid. Deze wetenschappen hanteren hierbij het woord ‘plausibiliteit’: wat betekent dat ze de laatste stand van de positieve wetenschappen aannemelijk achten.
    2. ‘Empirisch’ (‘proefondervindelijk’) of intersubjectief toetsen. De toetsing gebeurt door experten de bevindingen of redeneringen voor te leggen. Als deskundigen bevestigend reageren, wat betekent dat ze, elk voor zich, meegaan in de redenering of bevinding, dan is ook ‘de proef op de som genomen’. Hierdoor krijgt de bevinding of redenering een ‘meer objectief’ karakter.

De zintuiglijke werkelijkheid en de innerlijk beleefde werkelijkheid zijn perceptueel en kunnen we derhalve niet toetsen. Zij leveren ons ‘Kennen’ op, nl. ervaringen en belevingen, maar geen ‘kennis’. 

Er zijn verschillende manieren waarop men een beschrijving kan geven van de werkelijkheid. Vroeger waren ervaringen en openbaringen belangrijke middelen om tot een werkelijkheidsbesef te komen. Tegenwoordig is het met name wetenschap die dicteert waaruit de werkelijkheid bestaat (2de ‘oog’). Wetenschap is echter een begrip dat we op verschillende manieren kunnen definiëren. Vaak denkt men dat wetenschap gelijkgesteld is aan naturalisme. Dit is een 19de-eeuwse filosofie die ervan uit gaat dat er naast materie en energie niets bestaat. Deze zienswijze is echter niet langer houdbaar, want het universum blijft naast materie en energie ook nog informatie te bevatten. Informatie is niet materieel. Een brief bevat informatie omdat die er werd ingelegd door een intelligente zender en de informatie kan worden gelezen en begrepen door een intelligente ontvanger. Informatie impliceert intelligentie. 

Wetenschap dient echter wel vrij te zijn van ideologie. Ze is daarom niet theïstisch en evenmin atheïstisch. Op zijn hoogst is wetenschap agnostisch. Dit is een term die aangeeft niets te geloven wat niet door zintuiglijke waarnemingen (2de ‘oog’ op basis van het 1ste ‘oog’) kan worden aangetoond.

Voor mij is wetenschap echter gewoon een methode die het karakter van de fysische wereld kan beschrijven volgens een aantal vaststaande principes.  Empirische observatie is hierbij het belangrijkste. Als wetenschapper stel je hypotheses op om de aard van de werkelijkheid vast te stellen en om observaties te verklaren. Deze worden dan op betrouwbare en deugdelijke wijze getoetst. Wetenschap maakt eveneens gebruik van alle kennis die als resultaat van deze methode is opgedaan. En hiermee kan je conclusies betreffende de werkelijkheid formuleren.

Sir Karl Popper werd in 1902 in Wenen geboren, een stad die in die dagen een zekere aanspraak kon maken de culturele hoofdstad te zijn van het westerse denken. (…) Popper wordt algemeen beschouwd als de belangrijkste grondlegger van de wetenschapsfilosofie. Zijn ideeën worden dan ook uitgebreid behandeld bij de aanvang van de meeste wetenschappelijke opleidingen. Popper was van mening dat een theorie die met alle mogelijke observaties verenigbaar is, geen wetenschappelijke theorie kan zijn. Op het eerste gezicht lijkt dit misschien vreemd. Men zou kunnen beweren dat een theorie die alles kan verklaren een solide, waterdichte theorie is, maar dat is het natuurlijk niet, want een theorie waarin alle mogelijke waarnemingen passen, verklaart feitelijk helemaal niets. (… De auteur geeft als voorbeeld de psychoanalyse.)

De enige methode die de wetenschap ter beschikking heeft, is het experiment. Of een theorie houdbaar is, kunnen we alleen door middel van een toetsing van de theorie vaststellen. Een theoretisch idee is houdbaar totdat er een waarneming is die dat idee in twijfel trekt. Dat was Poppers criterium en dit geeft de scheiding aan tussen het rijk van wetenschap en dat van pseudowetenschap. Hypotheses die niet te toetsen zijn, behoren simpelweg niet tot de wetenschap. Als van een theorie kan worden aangetoond dat ze onverenigbaar is met bepaalde empirisch verkregen data, dan pas is het een wetenschappelijke theorie. Empirisch verkregen data zijn gegevens die worden verkregen door observatie Vandaar dat een wetenschappelijke theorie meestal met een nulhypothese komt: een mogelijke observatie of test die de veronderstelling van de hypothese ontkracht. (…)

Het is niet moeilijk om bewijsmateriaal ten gunste van een theorie te vinden. Als men namelijk alleen maar bewijs zoekt dat een bepaalde hypothese ondersteunt en daarbij alle ontkrachtende observaties ontkent of verwerpt, dan is het mogelijk de meest vergezochte hypotheses te verdedigen. Dit wordt bewijsvoering of verdediging middels verificatie genoemd. (…) Bewijs dat verkregen is door verificatie pleit niet echt voor een wetenschappelijke theorie, tenzij zo’n bewijs het resultaat is van een riskante voorspelling (zoals Einsteins voorspelling dat licht zou worden aangetrokken door massa). Voor Popper was een theorie alleen wetenschappelijk als deze door een denkbare test of waarneming te weerleggen is. Iedere experimentele bewijsvoering of waarneming die niet in overeenstemming is met de theorie, zou de theorie als geheel ontkrachten. Met andere woorden: elke wetenschappelijke theorie moet toetsbaar zijn. En elke echte toets zou logischerwijs een poging moeten zijn tot het weerleggen van de voorgestelde theorie. In plaats van het bevestigen van de voorgestelde theorie. (…)

Popper heeft twee criteria die een onwetenschappelijke van een wetenschappelijke theorie onderscheiden. Een wetenschappelijke theorie moet kunnen worden weerlegd én moet een voorspellend vermogen bezitten.

BRON: Borger Peter. Terug naar de oorsprong. Hoe de nieuwe biologie het tijdperk van Darwin beëindigt. Uitgeverij De Blauwe Tijger. fragmenten van blz. 21 t.e.m. 24.

NB.: We gebruiken deze auteur omdat hij de vinger op de wetenschap weet te leggen en daarmee als ‘nieuwe bioloog’ de evolutietheorie op talloos vele manieren weerlegt. Hij gebruikt hierbij de microbiologie m.b.t. de DNA-structuur waarover Darwin niet kon beschikken. Met dit boek kunnen we de evolutietheorie als ‘interessant voor de geschiedenis’ in de kast opbergen.

Gewoonlijk worden ons bewustzijn en onze energie naar buiten gericht, dit is naar de objecten in de wereld die we waarnemen via onze zintuigen. Onze zintuigen hebben weliswaar beperkte mogelijkheden. Yoga is het proces waar bij de energie en het bewustzijn omgekeerd worden, zodat het intellect niet langer van de onvolmaakte zintuigen moet afhangen, maar opnieuw verbonden wordt met de intuïtieve kennis. Op die manier kan de yogi de absolute realiteit (Werkelijkheid) beleven.

Yoga is afgeleid van het Sanskriet-werkwoord ‘yuj’ (één worden, verbinden). Het verwijst naar de eenwording van het individueel bewustzijn met het universeel Bewustzijn. Yoga omvat dus niet alleen de welbekende yogaoefeningen en speciale ademhalingstechnieken; yoga is een levenswijze, waarbij het denken eenduidig een vastberaden is. Iemand die handelingen verricht met een evenwichtige innerlijke kalmte en zonder gehechtheid, en die dezelfde gemoedstoestand bewaart bij succes én mislukking, is een yogi.

– – – – – – –

BRON: Staes Gerda, Callewaert Winand, Bhagavad Gita. Het heilig boek van de hindoes. Davidsfonds. 2001.