Overzicht levensbeschouwingen

Levensbeschouwing: groeien & bloeien

Hierboven kan je de presentatie downloaden.

Ideologieën ... een eenzijdige kijk op de werkelijkheid

Hierboven kan je de presentatie downloaden.

8 levensdomeinen en 40 grote levensvragen

Hierboven kan je de presentatie downloaden.

Overzicht levensbeschouwingen

Neem ook een kijkje op : www.spiritualnet.nl

De tooltips (pop-ups) zijn voornamelijk samengesteld vanuit Wikipedia.

– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –

Taak: verzamel informatie over een 10-tal levensbeschouwingen: HIER vind je een sjabloon.

Voorbeeld van een PPT – Enkele tips voor powerpoints

Deel 1: Religieuze levensbeschouwingen (religies)

Groep 1: Standpunt ten aanzien van het bestaan van en het geloof in een godheid

A- Bevestigende houdingen tegenover het godsbesef

Soorten theïsme: monotheïsme (jodendom, christendom, islam), polytheïsme, pantheïsme, panentheïsme, henotheïsme, …

  • Voorbeelden van monotheïsmen: de Abrahamitische tradities: jodendom, christendom, islam; maar ook brahmanisme, sikhisme, shintoïsme, …
  • Voorbeelden van polytheïsmen: de Griekse mythologie, de Germaanse mythologie, de Egyptische godenwereld, …
  • Voorbeelden van pantheïsme: bepaalde godsdiensten die onder het hindoeïsme vallen, bepaalde mensen waren pantheïstisch (bv. Einstein)

B – Minimaliserende of afwijzende houdingen tegen het godsbesef

Terwijl deïsme de eerste afstandname is van het geloof in God(en) (men gelooft nog in een God-Schepper, maar deze god komt na de schepping niet meer tussen in deze schepping), zijn de andere begrippen een afstandname ten aanzien van god(en).

Van ‘geen geloof in God’ (atheïsme), over ‘niet weten of er een god is’ (agnosticisme: het is niet aantoonbaar, maar het tegendeel ook niet, dus kunnen we het niet weten) tot apatheïsme: ‘niets meer voelen’ of ‘geen interesse hebben’ in de vraag of er een god bestaat.

Anatheïsme is een poging om het seculiere te sacraliseren en het sacrale te seculariseren. Of, zoals theoloog Richard Kearny in Anatheism – Returning to God After God Bonhoeffer citeert: ‘Zijn met God en leven zonder God’. Door de wortels van ons eigen anatheïstisch moment te analyseren, aldus de uitgever, laat Kearney niet alleen zien hoe een terugkeer naar God mogelijk is voor degenen die ernaar zoeken, maar ook hoe een meer bevrijdend geloof geboren kan worden. Theoloog Wim Jansen noemt anatheïsme een weg voorbij theïsme en atheïsme. ‘Er is één werkelijkheid, maar groter dan wij denken. Zij gaat ons te boven.’

Atheïsme is de ontkenning van theïsme. Theïsme wordt omschreven als het geloof aan een als schepper boven de mens staande, zelfbewuste, persoonlijke, levende God.

De theïst gelooft dat God bestaat als een zelfstandige entiteit God, een wezen boven onze werkelijkheid en hij gelooft daarmee ook in een werkelijkheid boven de onze. Anders gezegd, in het theïsme, met uitzondering van het pantheïsme, wordt uitgegaan van dualiteit: deze wereld en een ‘bovenwereld’. Wat is atheïsme? De ontkenning daarvan.’

In de discussie tussen theïsme en atheïsme is de dualiteit van deze wereld en een ‘bovenwereld’ telkens de inzet en het punt van vervreemding is.

De wegen gaan uiteen in de al dan niet aanname van een werkelijkheid buiten de onze. Het wordt tijd om deze kloof te overbruggen. Uitgaande van het moderne wereldbeeld is er maar één werkelijkheid en die sluit zoiets als God niet uit, maar in.’

God is wat wij God noemen. Hij vindt het een soortnaam die wij toedichten aan de ervaring van iets dat ‘anders’ is, huiveringwekkend misschien, zuiver, teer, heerlijk, overvloedig.

Dit ‘anders spreken over God’ maakt de termen theïsme en atheïsme overbodig. De theoloog Richard Kearny heeft er een speelse term voor uitgevonden: anatheïsme. In zijn boek Anatheism – returning to God after God verklaart hij dat begrip op tweeërlei wijze: an-atheïsme, d.w.z. geen atheïsme. En ana-theïsme, wat betekent: aan het theïsme voorbij.’

Zo vinden we de volgende definitie van ‘bidden’:

‘When I’m praying I feel I’m in contact with something that’s bigger than me.’

Something that’s bigger… iets dat groter is dan ik. Kan het opener en universeler worden uitgedrukt? Een anatheïstische formulering binnen een theïstisch concept.’

 

Naar: https://godenenmensen.com/2020/10/18/anatheisme-zijn-met-god-en-leven-zonder-god/

Groep 2: Niet-godsdienstige religieuze standpunten [geen geloof in een godheid]
  • Ietsisme is een alternatieve levensbeschouwing. Vandaag de dag wordt door velen nog weinig waarde gehecht aan de godsdienstige voorstelling en verklaring van de werkelijkheid (schepping door God, een paradijs, een leven na de dood in de ‘hemel’, tussenkomst van God in onze dagelijkse werkelijkheid via het verhoren van gebeden, …). Toch ervaren/geloven heel wat mensen, ook in het westen, dat er toch iets meer is tussen ‘hemel en aarde’. Er is toch een zeker mysterie (Mysterie), een dragende grond (Grond), een stuwende kracht (Kracht), … waar wij als mensen geen greep op hebben, maar waardoor wijzelf gegrepen worden.

    Deze levensvisie heet ‘ietsisme‘: er is ‘iets’ dat ons, mensen, overstijgt. Maar dit ‘iets’ wordt niet meer als ‘God’ benoemd, of waardoor mensen aansluiten bij een godsdienst (Kerk).  Maar we willen hier een duidelijk verschil aangeven tussen het ‘beleven van iets’ en het ‘ietsisme’.

    MAAR: In elke levensbeschouwing – of het nu christendom, islam, boeddhisme, humanisme, ecologisme … is – beleven mensen dat ze hun eigen leven en de vele grenssituaties die ze meemaken niet volledig in eigen macht en kracht beheersen. De geboorte van een gezonde baby bv., of een nieuwe kans krijgen na een zware fout … kan je niet afdwingen. Je kan een wolk van een baby niet bestellen, niet betalen, niet afdwingen. Dat ‘overkomt’ je. Je kan er dankbaar voor zijn. Net zo als anderen je genereus een nieuwe kans geven. Je kan de vergevensgezindheid, de mildheid, het mededogen … niet afdwingen. Wat is er dan wel in het spel? ‘Iets’. Maar wat is dat dan? We weten het niet! Maar het is er wel. Het overstijgt de mens. Ongeacht leeftijd, levensbeschouwing, standplaatsgebondenheid, talenten of afkomst. Een katholiek kan zeggen dat ‘iets’ werkzaam is, net zoals een vrijzinnig humanist of kapitalist een werkzaamheid buiten de persoon zelf kan ‘voelen’. Dit is evenwel geen ietsisme. Dat vage ‘iets’ kan door een godsgelovige ‘God’ genoemd worden, door een kunstenaar ‘Creativiteit’, door een humanist ‘Bewustzijn’ … genoemd worden, maar dat maakt de godsgelovige of de vrijzinnige nog niet tot een ‘ietsist’!

Deel 2: Seculiere levensbeschouwingen (Filosofieën, Maatschappelijke opstellingen)

Groep 1: Binnenwereldse standpunten en levensvisies – Politiek geïnspireerde levensbeschouwingen

Ecologisme is een politiek-maatschappelijke stroming die gebaseerd is op de ecologie (omgevingsbiologie), een wetenschap die de wisselwerking tussen organismen, hun populaties, levensgemeenschappen en omgevingen bestudeert.

Ecologie komt van het Griekse ‘oikos’ (huis) + ‘logos’ (leer) en verschilt van economie (‘oikos ‘+ ‘nomos’). Bij ecologie wordt het begrip ‘oikos’ verruimd tot ‘milieu’.

Environmentalism verwijst naar de milieukant van het ecologisme, terwijl social ecology eerder verwijst naar de maatschappelijke of sociale kant van het ecologisme.

Het ecologisme onderscheidt zich van andere politieke stromingen doordat deze niet de mens op zichzelf centraal stelt, maar vertrekt vanuit de mens als onderdeel van een breder ecosysteem en streeft naar een nieuwe balans tussen mens en omgeving. Ook het denken in termen van ketens, verbanden en kringlopen, kenmerkend voor de ecologische wetenschap, is eigen aan het ecologisme.

Het respecteren van de grenzen van mens én milieu, duurzame ontwikkeling, kwaliteit van leven, sociale rechtvaardigheid en democratisering van de economie vormen belangrijke ideologische uitgangspunten.

Net als het liberalisme en socialisme wordt ook het ecologisme als een kind van de verlichting gezien. Naast verschillen heeft het ecologisme dan ook veel raakvlakken met deze twee stromingen.

Sinds de jaren 1970 heeft het ecologisme zich over de hele wereld ontwikkeld als politieke stroming naast liberalisme, conservatisme en socialisme.

Groene partijen zijn verwant met de ecologistische stroming, maar zijn veel omvattender. Ze ontstonden als politieke uitdrukking van de generatie van 1968 en van de nieuwe sociale bewegingen vanaf de jaren 1970 en 1980: de milieubeweging die zich ontwikkelde uit de natuurbescherming, de vredesbeweging die zich afzette tegen (nucleaire) bewapening en de vrouwenemancipatie, die vanaf de jaren 1960 haar tweede golf beleefde.

Ecologisme gaat verder dan het milieudenken, en dat geldt in nog sterkere mate voor groene politiek. Groene politiek is vaak principieel pacifistisch en gaat regelmatig ook samen met strijd voor emancipatie en minderheden in de samenleving waarvan gedacht wordt dat zij niet genoeg aan bod komen in de politieke besluitvorming.

Populisme (van het Latijnse populus, “volk”) is een manier van politiek bedrijven, waarin de centrale tegenstelling die tussen “het volk” en “de elite” is, en waarbij de populist de kant van “het volk” kiest. Deze begrippen kunnen op verschillende manieren worden ingevuld, zodat men links-populisten, rechts-populisten en diverse andere typen kan onderscheiden. Om die reden kan het populisme niet als een uniforme ideologie worden opgevat. In het algemeen spraakgebruik heeft populisme doorgaans een negatieve bijklank, hoewel er politici en denkers zijn die het als geuzennaam voeren.

Het fascisme (Italiaans: fascismo) is genoemd naar haar oorspronkelijke verschijningsvorm in Italië in de jaren dertig. Het werd een algemenere aanduiding van een ideologie die massaliteit, menselijke ongelijkheid, absoluut leiderschap, streven naar macht en nationalisme verheerlijkt.

Fascisme in strikte zin is Italiaans en omvat niet het Duitse nationaalsocialisme, dat een andere maatschappijopvatting met minder corporatisme [Corporatisme als maatschappijsysteem is een model waar wetgevende macht aan burgervergaderingen (dus onverkozenen) wordt toegekend die economische, industriële, agrarische en professionele groepen vertegenwoordigen], maar meer racisme heeft. Toch worden beide stromingen – het nationaalsocialisme en het eigenlijke fascisme – vaak samen aangeduid met fascisme.

Het fascisme is bedacht door de Italiaanse dictator Mussolini, met veel propaganda en militair machtsvertoon. Met Mussolini liep het niet zo goed af, maar er bestaan nog steeds ideologieën met fascistische trekjes. De grondlegger van het fascisme is de Italiaan Benito Mussolini.

Het woord fasci (meervoud van het Italiaanse fascio, betekenis: bundel, groep) was vanaf het eind van de negentiende eeuw in gebruik als term voor een politieke groepering, hetzij links, hetzij rechts georiënteerd. Vanaf het begin van de Eerste Wereldoorlog werd fascio in Italië gebruikt door groepen die de oorlog steunden en die Italië er in wilden betrekken. Zo ontstond de term fascismo. Pas later werd die term exclusief verbonden aan Mussolini en zijn beweging. Nog weer later werd de betekenis opnieuw verruimd en werd de term gebruikt voor alle ideologieën die zich op het Italiaanse fascisme baseerden.

De ‘Fascio Littorio’ is het symbool van het fascisme en stamt uit het oude Rome en was toen een symbool van de macht van de magistratuur en werd ingevoerd door de Etrusken tijdens de late monarchie.

De Fascio bestond uit een stel met rode linten samengebonden iepen- of berkenstaven; het vertegenwoordigde de bevoegdheid van de consuls om met staven te straffen of het “ius necis”, d.w.z. het recht om de koning te doden, uit te oefenen; aan de zijkanten of bovenop de staven was een schild aangebracht, dat in de Republikeinse periode werd verwijderd wanneer men zich in de steden bevond.

De fascio werd tijdens openbare feesten gedragen door de lictoren, de officieren die de hoogste Romeinse autoriteiten begeleidden en daarom wordt hij lictorio genoemd, de fascio werd tijdens triomfen met lauwerkransen versierd en in plaats daarvan ondersteboven gedragen tijdens ernstige rouw.

Na de nederlaag bij Caporetto werd de term Fascio gekoppeld aan de noodzaak van nationale eenheid. Later werd het Romeinse embleem omarmd door Benito Mussolini, en werd het het symbool van de Fasci di Combattimento, en later van de Nationale Fascistische Partij.

Groep 2:  Binnenwereldse standpunten en levensvisies – Zingevingsgefocuste levensbeschouwingen

Humanisme als levensbeschouwing, ook wel seculier of modern humanisme genoemd, is een moderne vorm van humanisme die de mens centraal stelt en uitgaat van de waarde van de mens (lat: humanus = ‘menselijk’). Het humanisme gaat uit van rede, ethiek en rechtvaardigheid. Het houdt zich bezig met de vraag hoe mensen een aangenaam en gelukkig leven kunnen leiden. Daarnaast is men tegen het gebruik van het bovennatuurlijke en het spirituele om de moraal te bepalen en besluitvorming te beïnvloeden.

De term “seculier humanisme” is in de 20e eeuw ontstaan, om een duidelijk onderscheid te maken met “religieus humanisme”. Het woord “humanisme” om een niet-christelijke levensbeschouwing aan te duiden raakte echter al in de tweede helft van de 19e eeuw ingeburgerd.

Humanisme heeft als centrale waarde het nastreven van menswaardigheid. In de inzet (op een of ander vlak: sociaal, medisch, cultureel, …) voor mensen (individueel of in groepen) blijkt of men echt humanist is.

Let wel: de grondstroom in Europa is eeuwenlang het christelijk leven geweest, met als basiswaarden: naastenliefde, zorg voor de zwakke medemens, menslievendheid … Eigenlijk is elke christen een humanist. Maar vanaf de Verlichting (18de eeuw) en vooral in de huidige tijd, hebben mensen zich van het christendom afgekeerd en zichzelf ‘humanisten’ genoemd die vrijdenkend (vrij van gezagspreken in de Kerk) zijn.

Deze niet gelovige humanisten zijn dus ‘vrijdenkers’, d.w.z. dat ze geen bovennatuurlijke verklaringen aanvaarden, maar ook niet dat hen waarden aangepraat worden vanuit een godsdienst, of vanuit politieke leiders. De ‘Vrijzinnige humanisten’ zijn hier een voorbeeld van. Zie ook ‘humanistisch verbond‘.

Deze levensbeschouwing moet in de praktijk gebracht worden in een of andere inzet voor mensenrechten, voor menswaardigheid, voor gelijkwaardigheid.

NGO’s (niet-gouvernamentele organisaties, dit zijn organisaties opgezet vanuit privé-initiatief, maar erkend door een overheid die daarbij vaak ook financiële steun verleent – denk aan ‘Artsen zonder Grenzen’, het ‘Rode Kruis’, ‘Fracarita Belgium’, 11.11.11, Oxfam, Welzijnszorg, Broederlijk Delen, … | zie: www.ngo-openboek.be/nl/ngo-belgie-home) zijn vaak vanuit de humanistische levensbeschouwing geïnspireerd.

Een (Zuid-)Afrikaanse levensfilosofie

In het westen wordt de mens vooral voorgesteld  als een rational animal (‘Ik denk, dus ik ben’). Ubuntu ziet de mens echter vooral als een ethisch wezen. Een mens wordt pas mens door de verhoudingen die hij heeft met andere menen en zijn natuurlijke omgeving. Daarbij betekent ‘ethiek’ niet alleen ‘gedachten ontwikkelen over wat goed is om te doen; je moet er ook naar handelen’. Als er iets schort aan die verhoudingen die je hebt met anderen of met je omgeving, dan moet je daar in het dagelijks leven verandering in proberen te brengen.

Ubuntu is een levensfilosofie die je moet in de praktijk brengen: Ubuntu (voor)leven. Iedereen heeft Ubuntu fundamenteel in zich: ieder mens is menselijk. Het gaat erom juist die mensen die in de loop van hun leven ontmenselijkt zijn, verbitterd zijn geraakt, zich in hun gedrag argwanend, agressief of zelfs passief opstellen … het gaat erom om die mensen de hand te reiken met warmte en liefde. Dat ze opnieuw worden verbonden. 

Opnieuw verbonden worden: zowel interpersoonlijk als intrapersoonlijk; zowel dus tussen mensen als in het innerlijke van de mens en tussen de verschillende rollen die iedere mens in zichzelf ervaart.

Waarden

Medemenselijkheid, dialoog, tussenruimte creëren, compassie en duurzaamheid zijn sleutelbegrippen. Samen streven en op weg zijn naar:

  • een duurzame en inclusieve samenleving
  • de versterking van wederzijds respect, compassie en empathie;
  • een betere balans van vrijheid, gelijkheid en broeder- en zusterschap.

Bron: Mul, A. N. (2018). Opsoek naar Ubuntu: Zuid-Afrika onder mijn huid.

Rationaliteit verwijst naar rationeel denken. Het is de belangrijkste bouwsteen om positivistisch of sciëntistisch te functioneren. Wat is rationeel denken? (Bron: https://www.carrieretijger.nl/functioneren/professionele-vaardigheden/rationeel-denken) – We stippen hier enkele elementen aan:

Rationeel denken

Rationeel denken wil zeggen dat je gebruik maakt van de rede en logica, het menselijk denkvermogen. Je baseert je op feiten en betrouwbare kennis uit de wetenschap. Je hebt inzicht in oorzaak en gevolg. Je kunt hoofd- en bijzaken van elkaar onderscheiden. Je hanteert juiste en geldige argumenten om goed onderbouwde conclusies trekken.

Elementen van rationeel denken

Rationeel denken bestaat onder andere uit analyseren, argumenteren, kritisch denken en generaliseren.

Analyseren

Analyseren is het systematisch ontleden van een complex probleem in zijn elementen. Dat wil zeggen dat jij kunt omschrijven wát het probleem in een bepaalde situatie nu precies is, welke factoren een rol spelen, wat de oorzaken kunnen zijn, wie erbij betrokken zijn en wat je nog meer moet weten om het probleem te kunnen oplossen. Vaak is een goede analyse het begin van de oplossing.

Argumenteren

Mensen verschillen met elkaar nogal eens van mening. Op je werk in vergaderingen en tijdens je opleiding in projectgroepen, zul je het regelmatig oneens zijn met anderen. Als je een meningsverschil hebt, moet je de ander overtuigen van jouw standpunt door te argumenteren. Je maakt dan gebruik van goede argumenten en een heldere redenering. Argumenteren doe je mondeling in een discussie of schriftelijk in een betoog.

Kritisch denken

Kritisch denken betekent dat je onafhankelijk van anderen informatie analyseert en beoordeelt. Je komt door zorgvuldig na te denken tot je eigen, gefundeerde conclusies. De eisen die daarbij aan je gesteld worden, verschillen al naargelang het niveau van je functie of opleiding.

Generaliseren

Generaliseren is een probleem aanpakken zoals soortgelijke problemen worden aangepakt, door het in een groter of abstracter kader te plaatsen.

Toepassingen van rationeel denken

De wetenschap levert ons begrip van de wereld om ons heen.

Door een kwestie rationeel te benaderen, neem je betere zakelijke beslissingen. Een rationeel besluit nemen doe je in vier stappen:

  1. Het probleem definiëren
  2. Informatie verzamelen
  3. Oordeel vormen
  4. Concluderen en een keuze maken

Naturalisme

Het naturalisme is een filosofische stroming, die voortbouwt op het materialisme en het pragmatisme, en die de wereld als een natuurlijk gebeuren beschouwt.

In de filosofie: de leer dat er niets kenbaar is of bestaat boven de natuur of het zijnde; leer waarin het bestaan van God wordt ontkend en al het bestaande uit natuurlijke oorzaken wordt verklaard.

Positie die stelt dat er maar één systeem in de werkelijkheid is, namelijk het (totale) systeem van alle werkelijke objecten en gebeurtenissen in ruimte-tijd ons bekend als `natuur` en hiermee het bovennatuurlijke afwijst. De natuur is alles wat er is.

Naturalisme, beter bekend als materialisme, is een filosofisch paradigma waarin alles verklaard kan worden in termen van natuurlijke oorzaken. Stoffelijke materie is de enige werkelijkheid; alles kan worden uitgelegd in termen van materie en natuurlijke verschijnselen. Het naturalisme ontkent per definitie elke mogelijke bovennatuurlijke activiteit of ontwerper. Daarom staat naturalisme gelijk aan atheïsme.

Fysicalisme

Seculier humanisten noemen een verscheidenheid aan filosofische posities die in hun levensbeschouwing passen: naturalisme, fysicalisme, materialisme, organicisme of andere theorieën die “op de wetenschap gebaseerd” zijn. Maar deze keuze is niet zo breed als het klinkt: elke genoemde doctrine borduurt namelijk voort op dezelfde basisstelling: de materiële wereld is alles wat er is. Feitelijk zijn al deze genoemde opties weinig meer dan een synoniem voor naturalisme, het filosofische gezichtspunt van het seculier humanisme.

Filosofie Magazine nr. 7/2014

Wijsheid is het ware geluk

Frédéric Lenoir

Stoïcijnen en boeddhisten wijzen dezelfde weg naar innerlijke rust en diep geluk. Ze leren hoe we ons van verlangen kunnen bevrijden.

De vele overeenkomsten tussen het boeddhisme en het stoïcisme hebben me altijd getroffen. Daarom wil ik het hebben over de wegen naar wijsheid die zowel in het Oosten als in het Westen voorkomen – verlangen ombuigen, flexibel meegaan met de loop van het leven, en de vrolijke bevrijding van het ik – om een antwoord te vinden op het huidige pessimisme. Hoe kunnen we het diepe geluk bereiken dat de wijsheid ons belooft?

 

Om met de stoïcijnen te beginnen: het belangrijkste uitgangspunt van hun leer is dat de wereld één is en kan worden beschouwd als een groot levend organisme dat aan dezelfde natuurwetten onderworpen is en dezelfde samenhang vertoont.

Het tweede uitgangspunt is dat de wereld rationeel is: de wereld wordt geschraagd door de goddelijke logos (rede), en ieder menselijk wezen maakt met zijn persoonlijke logos deel uit van de universele logos.

Het derde uitgangspunt is dat de onwrikbare, noodwendige, universele wet van de causaliteit (oorzaak en gevolg) het lot van ieder individu bepaalt.

En tot slot het vierde uitgangspunt, de stelling dat de wereld goed is: alles wat gebeurt, is in het belang van alle mensen, ook al zijn we ons daar niet van bewust en ervaren we het kwaad als evident. Volgens deze wereldopvatting zit het geluk van de mens in  aanvaarding van wat is, in instemmen met de kosmische orde.

Epictetus heeft samen met Seneca en Marcus Aurelius gezorgd voor de grote verbreiding van de stoïcijnse wijsbegeerte. Hij leefde in Rome in de eerste eeuw na Christus en was een voorbeeld van de volmaakte wijsgeer. Tijdens zijn leven werd hij vereerd door een schare van leerlingen. Hij was een slaaf die filosoof was geworden, liep mank, ging sober gekleed en woonde in een nederige hut. Hij predikte onthechting onder mannen en vrouwen van alle rangen en standen. Op 40-jarige leeftijd werd hij uit Italië verdreven op bevel van keizer Domitianus, die filosofen vijandig gezind was; hij vluchtte naar Nicopolis en stichtte er een school. Evenals Socrates, Jezus en de Boeddha besloot hij zelf niets op te schrijven.

Maar zijn leerling Arianus vatte zijn onderricht samen in de Diatriben (Colleges) en later in verkorte vorm in een klein Enchiridion (Handboekje). Het bevat de kwintessens van de stoïcijnse filosofie: beheers jezelf, verdraag tegenslag, maar maak onderscheid tussen de dingen die je zelf kunt beïnvloeden en veranderen, en de rest waartegen je machteloos bent.

Epictetus verduidelijkt zijn filosofie aan de hand van twee treffende voorbeelden. Het eerste is dat van een kar waaraan een hond is vastgebonden. Ook al stribbelt het dier nog zo tegen, de kar wordt getrokken door een sterk paard en als de hond niet meeloopt, moet hij het bezuren. Maar als hij de situatie accepteert en meegeeft met de beweging en het tempo van de kar komt hij fit en zonder pijn behouden aan.

Zo gaat het ook met de mens: zijn wil moet opgaan in de noodzakelijkheid van het lot. Het is niet aan ons om de zaken te kiezen waar we geen invloed op hebben, maar wel om de realiteit te aanvaarden zoals die is en te veranderen wat we kunnen: meningen, verlangens en aversies.

Epictetus’ tweede voorbeeld is dat van de acteur: die kiest noch zijn rol – bedelaar of edelman, ziek of gezond mens – noch de lengte van het stuk, maar hij is wel volstrekt vrij in de keuze van zijn interpretatie; hij kan goed of slecht spelen, voluit als de rol hem ligt of terughoudend en met tegenzin als dat niet zo is. ‘Verwacht niet dat alles gebeurt zoals jij het wilt, maar besluit te willen wat je overkomt en je zult gelukkig zijn,’ aldus de filosoof. Aan de hand van nog vele andere voorbeelden laat hij zien hoe we ons moeten gedragen bij tegenslag van buitenaf: ‘Denk eraan dat je bij alles wat gebeurt eerst bij jezelf te rade gaat, welke mogelijkheden je hebt om ze het hoofd te bieden. Zie je een mooie jongen of een mooi meisje? Zoek de beheersing in jezelf. Heb je pijn? Zoek je uithoudingsvermogen. Word je uitgescholden? Zoek geduld. Als je je daarin oefent, ben je niet langer speelbal van je voorstellingen.’

Genot uitbannen
De stoïcijnse filosofie gelooft dat verlangen inwerkt op de ziel en die aan zich onderwerpt: het is een ‘passie’ van de ziel. De stoïcijnen vervangen verlangen door de wil, die aangestuurd door de logos onze blinde verlangens omzet in gewilde en doordachte stappen. Het uitsluitend op genot gerichte, instinctieve verlangen wordt uitgebannen ten gunste van de heldere, rationele wil die tot geluk leidt, want in deze opvatting brengt de wil slechts goede daden voort en schakelt verlangens die de gemoedsrust verstoren uit. Het stoïcisme is dus een voluntaristische filosofie die een perfecte zelfbeheersing vereist. Overigens gaat het de stoïcijnen er niet om verlangens uit te schakelen, maar om ze om te buigen tot een wil die onderworpen is aan de rede.

De stoïcijnse wijsbegeerte wil daarmee twee doelen bereiken: gemoedsrust (ataraxia) en innerlijke vrijheid (autarkeia). Ataraxia betekent dat onze wil samenvalt met de kosmische orde: ik ben vrij als ik datgene wil wat uit noodzaak gebeurt. Dan klaag ik niet meer, dan vecht ik niet meer, dan voel ik geen wrok meer, maar verheug ik me over alles en behoud ik in alle omstandigheden mijn innerlijke rust.

‘Leven in het nu’ is een van de belangrijkste voorschriften van de stoïcijnse praktijk, die leert om niet in het verleden te vluchten, niet uit te wijken naar de toekomst, om elke angst en elke hoop te verdrijven, om ons te concentreren op het moment, waarin alles te verdragen en te veranderen is, en ons niet te laten meesleuren door verdriet, angst, woede en verlangen.

Een andere belangrijke oefening is de anticipatie op vervelende gebeurtenissen, de praemediatio malorum van Cicero, die inhoudt dat we ons mogelijke onaangename gebeurtenissen voorstellen, om ze in gedachten alvast te ‘relativeren’ en zo goed mogelijk voorbereid te zijn, mochten ze zich werkelijk voordoen.

De stoïcijnen bepleiten een dagelijks gewetensonderzoek, om van dag tot dag de vorderingen bij te houden, en ook meditatie. Die laatste is voornamelijk bedoeld om de leer te ‘overdenken’ en uit het hoofd te leren, om niet plotseling verrast te worden als de dingen tegenzitten. Daarom verlegde het latere stoïcisme het centrum van de aandacht van de theoretische grondslagen van de school naar de praktische richtlijnen voor het leven, die de leerlingen eindeloos voor zichzelf repeteerden. Van de kerkvaders tot Schopenhauer, via Montaigne, Descartes en Spinoza, hebben de stoïcijnse aforismen invloed gehad op de christelijke leer en op de westerse filosofische traditie.

Het leven is dhukka
In India ontstond enkele eeuwen voor de opkomst van het stoïcisme een andere wijsheid met bijna dezelfde gedachtegang: het boeddhisme. De grondlegger was Siddhartha Gautama Boeddha. Hij leefde in de zesde eeuw voor onze jaartelling en groeide op in een beschermde omgeving. Hij trouwde en kreeg een kind. Toen hij tegen de dertig liep, veranderde zijn leven drastisch door vier ontmoetingen: een oude man, een zieke, een dode en een asceet kruisten zijn pad. Hij besefte ineens dat leed het gemeenschappelijke lot van de mensheid was en dat niemand, rijk of arm, eraan kon ontkomen. Hij verliet het paleis van zijn vader, liet zijn gezin in de steek en ging op zoek naar een geestelijke weg waardoor hij aan dit noodlottige lijden kon ontsnappen.

Nadat hij vijf jaar door de bossen had gezworven en zich gewijd had aan extreme ascetische praktijken, ging hij onder een boom zitten en verzonk in diepe meditatie. Volgens de boeddhistische overlevering bereikte hij toen de staat van Ontwaakte, met een volledig begrip van de aard der dingen en een staat van innerlijke bevrijding. Zo kwam hij tot de Vier Nobele Wijsheden.

Volgens Boeddha is het leven dhukka. Dhukka komt van ‘dorst’, in de zin van ‘dorsten naar’, ‘gehecht zijn aan’. Er bestaat een manier om deze dorst te lessen: via het Edele Achtvoudige Pad, ook wel de Weg van de Acht Zuivere Elementen genoemd. Zijn inzicht luidt dat er niet-tevredenheid bestaat: geboorte is lijden, ouderdom is lijden, de dood is lijden, verenigd zijn met iets waarvan je niet houdt is lijden, gescheiden zijn van iets waarvan je houdt is lijden, niet weten wat je wilt is lijden. Anders gezegd: het lijden is overal aanwezig. Wanneer we het principe van niet-tevredenheid erkennen, aanvaarden we dat we de wereld niet kunnen aanpassen aan onze verlangens.

Volgens Boeddha ketenen verlangen, dorst, hebzucht en gehechtheid de mens vast aan samsara, de ononderbroken kringloop van geboorte en wedergeboorte. Maar genezing is mogelijk: om deze dorst volledig te lessen, heeft de mens de mogelijkheid om af te zien van de tirannie van het verlangen.

Het Achtvoudige Pad leidt tot opheffing van het lijden, oftewel naar het nirwana (staat van volmaakt geluk). De acht componenten van het pad zijn het juiste begrip, de juiste gedachte, het juiste woord, de juiste handeling, het juiste middel van bestaan, de juiste inspanning, de juiste aandacht en de juiste concentratie.

Ego loslaten
Om te begrijpen hoe een mens ultieme wijsheid kan bereiken, is het belangrijk inzicht te hebben in het ‘zelf’. Boeddha heeft het ‘zelf’ gedefinieerd als een steeds veranderende samenstelling van vijf componenten die voortdurend in beweging zijn en die hij als volgt benoemt: de component van het lichaam (of van de materie), de componenten van de zintuigen, de waarneming en de voortbrengselen van onze geest (emoties, driften, verlangens) en tot slot de component van het bewustzijn.

Maar de activiteit van ons ego maakt zich meester van deze componenten om ons de illusie van een stabiele identiteit te bezorgen, van een onveranderlijk ik. De praktijk van het boeddhisme probeert ons juist af te brengen van deze illusie, probeert ‘het ego los te laten’, en zo begrip te krijgen voor de ultieme aard van de geest: een lichtende staat van pure kennis die elke vorm van conditionering overstijgt. Samsara is dus geen objectieve voorwaarde van de werkelijkheid: de wereld op zich is geen lijden. Maar omdat wij onwetend zijn, zijn we in samsara – dat wil zeggen, in een onjuist beeld van de werkelijkheid, dat verbonden is met ego en gehechtheid. Kennis van de ware aard van de dingen bevrijdt de geest van dat onjuiste beeld en van negatieve emoties. Als we door de ervaring van het Ontwaken deze ware aard van de geest ontdekken, kunnen we zorgen dat we niet langer door het ego gedreven worden en zo toegang krijgen tot een stabiel permanent geluk, omdat het onverzadigbare verlangen waaruit het lijden voortkomt aan het ego is gebonden. Het boeddhisme gebruikt het Sanskriet-woord sukha om het geluk aan te duiden in de zin die ik hier bedoel: diepe vrede en harmonie in de veranderde geest die geen speelbal meer is van de aangename en onaangename gebeurtenissen in het bestaan. Net als bij de stoïcijnen zou het te simplistisch zijn te beweren dat het boeddhisme gebiedt elk verlangen af te zweren. Het verlangen dat afhankelijkheid veroorzaakt moet teniet gedaan worden, terwijl het nobele verlangen tot verbetering en tot vergroting van mededogen, evenals het streven naar het goede aangemoedigd dienen te worden.

Revolutionaire omwenteling
De overeenkomsten tussen boeddhisten en stoïcijnen zijn legio. Beide filosofieën stellen vast dat lijden voortkomt uit rusteloosheid, uit geestelijke verwarring, en wijzen een weg naar echt geluk, dat gelijkgesteld wordt met een diepe en opgewekte innerlijke vrede, een sereen gevoel en geestelijke rust. Beide bevelen een grondige analyse van emoties en gevoelens aan, en een hele reeks spirituele oefeningen waarmee de mens zijn hartstochten kan leren beteugelen, zijn geest kan scherpen en beheersen om niet langer speelbal te zijn van zijn eigen inbeelding.

Maar de gelijkenis beperkt zich niet tot de menselijke psychologie en de geestelijke ontwikkeling. Beide stromingen delen ook eenzelfde filosofisch wereldbeeld. Beide hebben bijvoorbeeld een cyclische opvatting van de tijd: het universum kent voortdurende cycli van geboorte, dood en wedergeboorte. Beide leggen de nadruk op de beweging en de veranderlijkheid van alle dingen, op de eenheid van mens en wereld, en op de aanwezigheid van een kosmische dimensie in de mens die zijn ware natuur vormt: de boeddhanatuur, de stoïcijnse logos. Ze geloven dat de dingen gebeuren uit noodzaak, volgens een universele wet van oorzaak en gevolg.

Ze zeggen ook dat het mogelijk is vrij te worden door te werken aan de geest en aan een juiste voorstelling van zaken. Misschien is dit laatste wel het belangrijkste verschilpunt tussen stoïcijnen en boeddhisten: de boeddhisten ontkennen de substantie van het ‘zelf’, terwijl de stoïcijnen hechten aan de idee van een blijvend individueel beginsel.

In het Westen heeft men het boeddhisme en het stoïcisme vaak verweten dat ze passiviteit prediken, dat ze zich richten op individuele verandering, en niet genoeg op sociale verandering. Dat is een oppervlakkige voorstelling van zaken en een miskenning van de bepalende historische invloed van deze twee grote filosofische stromingen op het lot van de wereld. Door hun afwijzing van elk onderscheid naar familie of clan, sociale of godsdienstige afkomst, maar met als uitgangspunt dat ieder individu verlichting of ataraxie kan bereiken door aan zichzelf te werken, hebben ze een revolutionaire omwenteling van waarden veroorzaakt. Niet de sociale positie, maar de deugd is voor hen waardevol. Niet de monarch, de aristocraat, en zelfs niet de priester moeten bewonderd en nagevolgd worden, maar de wijze – dat wil zeggen, hij die zichzelf meester is geworden. Beide stromingen hebben laten zien dat het individu meer is dan een radertje binnen een gemeenschap.

Ze benadrukken dat alle mensen gelijkwaardig zijn. Het boeddhisme heeft logischerwijs het kastensysteem afgewezen en is daardoor uit India verbannen. Het stoïcisme heeft de gelijkheid geproclameerd van alle mensen, die immers dragers zijn van dezelfde goddelijke logos, en heeft daarmee afgerekend met de hindernis dat het Griekse gedachtegoed voorbehouden zou zijn aan de aristocratie; zo hebben ze de weg geëffend voor het egalitarisme en het christelijke, en later het moderne universalisme.

Meer dan tweeduizend jaar voor de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens hebben de stoïcijnen het kosmopolitisme uitgevonden: de idee dat alle mensen wereldburgers zijn, maar ook gelijke rechten hebben. Het boeddhisme is in elk geval de oosterse wijsheid die het best in staat is deze boodschap te begrijpen, omdat het eraan verwant is.

Deze sterke verwantschap tussen boeddhisme en stoïcisme, samen met hun moderniteit, verklaart waarom deze twee grote filosofieën ons na bijna 2500 jaar nog steeds aanspreken. Tegelijkertijd kunnen we ze beschouwen als het beste tegengif tegen het zelfingenomen individualisme van onze tijd, want ze roepen de mens op tot vrijheid en autonomie, tot beheersing en onthechting, en zeker niet tot bevrediging van al zijn verlangens. Terwijl wij de vrijheid van verlangen bepleiten, leren zij ons om ons van het verlangen te bevrijden. Een heilzame onderneming, maar er bestaat waarschijnlijk niets wat zo moeilijk uitvoerbaar is. De stoïcijnen waren zich bewust van het bijna bovenmenselijke karakter van de wijsheid die ze nastreefden, en toch hechtten ze eraan van de wijsheid een blijvende norm voor hun handelen te maken.

Dit artikel is gebaseerd op een hoofdstuk uit Over geluk door Frédéric Lenoir.

Possibilisme is de filosofische houding om zoveel mogelijk nieuwe mogelijkheden te onderzoeken. Deze houding neemt hierbij het standpunt in dat zowel het atheïsme als het ietsisme geen standhouden. Wij kennen immers niet genoeg over de kosmos. Hoe kunnen we dan beweren dat er geen God is, evenzo: hoe kunnen we dan beweren dat er wel een god is (zoals de godsdiensten doen).

Inhoud accordeon
Groep 3:  Binnenwereldse standpunten en levensvisies – Lifestyle gerichte levensbeschouwingen

Vegetarisme is de voedingswijze waarbij men geen vlees eet. Bijproducten van geslachte dieren, zoals dierlijk stremsel in kaas en gelatine in snoep en pudding, wordt door sommigen eveneens uit de voeding weggelaten. Vegetariërs eten plantaardig voedsel als fruit, groente, granen, peulvruchten en noten, aangevuld met paddenstoelen en vegetarische dierlijke producten als zuivel, honing en eieren. De term vegetarisme gaat terug op het Engelse woord vegetarian, waarvan het eerste deel is afgeleid van vegetable, wat ‘groente’ betekent.

Veganisme is een levenswijze waarin gestreefd wordt naar het volledig vermijden van het gebruik van dierlijke producten. Hieronder vallen producten als vlees, gelatine, leer, bont, zijde en wol, alsmede door dieren voortgebrachte producten zoals zuivel, eieren en honing. Veganisten zijn tegen elke vorm van wreedheid tegenover dieren.

Kan kweekvlees een stap zijn die tegemoet komt aan de bezorgdheden van veganisten?

Het leven staat in het teken van gezondheid, jong-blijven, sportief actief zijn, een mooi lichaam hebben …

Bodyisme is een methodologie die hart, geest, lichaam en ziel met elkaar verbindt, en wordt geleid door vier kernpijlers: mindset, voeding, beweging en slaap.
Vanuit deze principes richt men zich op lichaamsbeweging, mindfulness en voeding die mensen uitrusten met de middelen om hun optimale fitnessniveau te bereiken en gelukkiger, gezonder te leven als de beste versies van zichzelf.

De levensstijl bodybuilding draait om met de volgende 4 elementen; voeding, cardio training, trainen met gewichten en mentale training.

Healthy lifestyle: Een gezonde levensstijl betekent gewoon dat je dingen doet waar je blij van wordt en je goed voelt.
Voor de een betekent dat vijf keer per week een kilometer lopen, één keer per week fastfood eten en om de dag virtueel of persoonlijk tijd doorbrengen met je dierbaren. Voor iemand anders kan een gezonde levensstijl zijn dat je twee marathons per jaar traint en loopt, een keto-dieet volgt en nooit een slok alcohol drinkt.

Er zijn mensen die hun leven bepalen vanuit een ethetische of artistieke focus. Al wat je interesseert, al wat je doet … staat in het teken van kunstzinnigheid. Je leeft voor de kunst en om je eigen leven vanuit kunst op te bouwen.

Estheticisme is een levenshouding waarin schoonheid vergoddelijkt wordt op een zodanige wijze dat ze de gehele levenssfeer doordrenkt. M.a.w. het is een levensbeschouwing waarin het esthetische een overwegende plaats inneemt.

Het leven draait rond ‘genieten’. Vandaag, nu, alles uit het leven halen (omdat het misschien morgen niet meer kan). 

Centraal staat de vraag: wat biedt het meeste genot, waarbij de eventuele gevolgen (nadelen) van de betreffende genotsbeleving in rekening wordt genomen?

Er is een verschil tussen het epicurisme en platvloers hedonisme. 

Een foute interpretatie van de spreuk ‘Carpe diem’, de houding van ‘Après nous le déluge’, ‘er op los leven’, zijn aberraties binnen het hedonisme.

Feminisme is de verzameling maatschappelijke en politieke stromingen of bewegingen, waaronder de vrouwenbeweging, die ongelijke (machts)verhoudingen tussen mannen en vrouwen kritisch analyseren en emancipatie nastreven op economisch, politiek, sociaal en persoonlijk vlak.

Het feminisme komt op voor vrouwenbelangen, streeft opheffing na van ongelijke behandeling van mannen en vrouwen, ijvert voor lichamelijke autonomie van vrouwen en strijdt tegen huiselijk en seksueel geweld. De vele verschillende stromingen van het feminisme hebben soms tegengestelde visies, maar op hoofdlijnen bestaat er wel overeenstemming.

(FEMEN is een Oekraïense feministische protestgroep die in 2008 werd opgericht door Anna Hutsol. FEMEN heeft als doel om vrouwen wakker te schudden en zich bewust te laten worden van hun rechten en de mogelijkheid om zichzelf te ontplooien. Hun doel is om de grootste feministische beweging van Europa te worden en in 2017 een vrouwelijke revolutie ontketend te hebben. De groep trekt geregeld internationale persaandacht door topless of semi-topless te demonstreren. De vrouwen hebben vaak teksten op hun lichaam geschreven en bloemen in het haar. De Oekraïense regering ziet deze demonstraties als ondermijning van de staat en de deelnemers worden regelmatig veroordeeld tot gevangenisstraffen.)

Zie ook: Feminisme – Betekenis en geschiedenis | Historiek

Zoek ook op: suffragettes, dolle mina’s (‘baas in eigen buik’), ‘glazen plafond’ – Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (belgium.be)   –    Vrouwen bezetten 14 procent van directiestoelen in België | De Tijd

Is Alexander De Croo een feminist?

Hooliganisme is geweld dat plaatsvindt in het kader van sportwedstrijden, en dan vooral voetbalwedstrijden. Ook blijken tegenwoordig openluchtmanifestaties podia voor gewelddadige acties.

Sommige voetbalsupporters leven naar het weekend toe om afgesproken op de vuist te gaan met ‘collega’s’ van andere voetbalploegen. Zij spreken af om op het platteland, uit het zicht van iedereen, met elkaar te vechten. In bossen en weilanden vinden regelmatig zware gevechten plaats tussen groepen voetbalhooligans.

Bv.: Het vechtterrein van de hooligan is nu het bos – De Standaard

Inhoud accordeon

Woordenparen

Vul je woordenlijst aan met de betekenis van de woordenparen in het word-document dat je hier kan downloaden.